Deze week lopen we van Maastricht naar het hart van de Belgische Ardennen. We leren de GR5 kennen en komen er achter hoe fysiek uitdagend deze tocht is!
Regen
Midden in de nacht word ik wakker. Ik hoor een subtiel getik op het tentdoek. We staan op de stacaravan-camping in Maasmechelen. Dan realiseer ik dat het heel zachtjes regent. “Sjaak! Het regent! We moeten onze was binnenhalen!”. Samen lopen we naar het hek van de stacaravan aan de andere kant van het pad, waar we de broeken, T-shirts, sokken en onderbroeken gisteren overheen hebben gehangen. Het is doodstil op de camping, maar het pad is gelukkig goed verlicht. De was is vochtig en niet kletsnat, het ziet er naar uit dat we er op tijd bij zijn geweest. We hangen onze was op de twee kleine lijntjes in onze tent, waardoor er een muur van vochtige kleding tussen ons in hangt. We spelen ‘Kiekeboe!’ met Rosa. Echt drogen doet de was natuurlijk niet, maar zo gaat onze kleding in ieder geval niet stinken.
Binnendoor
De volgende ochtend regent het nog steeds. Omdat we niet weten hoe lang het blijft regenen, kiezen we voor een verkorte route over verharde wegen. Zo voorkomen we glibberpartijen over modderige paden. We bellen alvast met een camping bij Lanaken en zij hebben plek voor ons. De tent is nat en we rollen onze vochtige kleding in onze handdoek en stoppen deze in onze rugzak. Rond half 12 vertrekken we, en het is inmiddels droog. Sjaak navigeert kundig met zijn GPS, de hele dag hebben we geen bereik met de telefoon. We lunchen opnieuw op een terras van een frietkot, het is overdekt en er staan heerlijke stoelen. We lopen door stille dorpjes met veel nieuwbouw en moeten uitkijken voor auto’s en fietsen. Opeens zien we een Jumbo-supermarkt. Deze hadden we nog niet gespot op Google Maps maar hij komt als geroepen. Wij hebben weer zin in onze yoghurt met fruit en muesli en het is tijd voor Rosa haar vleesmaaltijd.
Oorlogsveteraan
“Kijk, daar hebben ze koffie! Wil jij thee?”. Sjaak wijst op een koffie- en theehoekje in deze grote Jumbo. In Nederland zijn de koffiemachines in supermarkten tegenwoordig vaak verdwenen of buiten gebruik, maar hier staat er zelfs een tafel met vier stoelen bij! Een man van onze leeftijd leest de krant en wij groeten hem en gaan erbij zitten met ons bekertje. Een tweede heer schuift ook aan. De heren vragen naar ons hondje en wij vragen of ze hier in het dorp wonen. “Ik woon vlakbij Maastricht, en officieel is dat Vlaams grondgebied, maar ik dien de Belgische koning niet! Dat is slechts een onderkoning!”. De oudere man blijkt oorlogsveteraan te zijn die uitgezonden is geweest naar Libanon en Joegoslavië. Hij geeft ons de tip om op 14 september naar Maastricht te komen voor de veteranendag, maar dan lopen wij al in de richting van Luxemburg. De man is koningsgezind naar het Nederlandse koningshuis en heeft zelfs een lintje gekregen. “Maar als ik dood ben moet ik dat weer inleveren! Ze zullen het bandje dan vast vervangen en de penning weer aan iemand anders geven. Dat doet Nederland, steeds bezuinigen!” constateert hij. We hebben door dit gezellige koffiemoment een fikse regenbui weten te mijden en verlaten de winkel met een sortering aan boodschappen die langzaam routine begint te worden: favoriet brood, favoriete yoghurt, een schaal gesneden fruit en vlees voor Rosa. Dit keer nemen we ook geitenkaas en ham mee.
Foto: alvast wat eten bij de Jumbo, waar een picknickbank staat
Nog anderhalf uur
Het is nog ongeveer anderhalf uur lopen naar onze camping. We lopen door dorpjes, langs drukke wegen, maar ook door de landerijen. Omdat we vandaag rustig aan doen en zo’n 15 kilometer lopen zijn onze benen en voeten nog niet zo heel moe.
Foto: Rosa komt op ons afrennen als we door de landerijen lopen
De camping
Als we rond half zes op camping Hoeve de Ploeg in Lanaken aankomen mogen we onze klamme was te drogen hangen op het hek. Sjaak maakt spaghetti en dat eten we bij ondergaande zon. Een heerlijk rustige avond en daar waren we wel aan toe.
Foto: Sjaak maakt spaghetti op de spiritusbrander. Handig dat hier picknickbanken staan!
De Grand Route 5
De volgende dag pakken we het punt op waar de GR5 in Maastricht start. We hebben meteen in de gaten dat we op een mooi wandelpad beland zijn! In plaats van door drukke straten lopen we nu over mooie paden en langs bijzondere stukjes. Bij de Aldi op het Volksplein kopen we 6 ons kipfilet voor Rosa, want vandaag hebben we een flinke afstand af te leggen.
Foto: Vandaag pakken we de GR5 bij Maastricht op!
Prachtige, maar pittige wandeling
We lopen stevig door over hobbelige paden. “Het klimmen gaat veel beter dan ik verwacht had!” Tientallen minuten lopen we in stevige pas de heuvel op. Kennelijk is onze conditie in de afgelopen twee weken al flink verbeterd! We hebben het naar onze zin en komen in een ritme. Het afdalen is echter een uitdaging en doet pijn aan mijn heupen. Sommige paden bestaan uit grote stenen die wegrollen als je je voeten erop zet, ik zwik regelmatig weg wat enorme pijn doet.
Foto: we lopen door de meest prachtige, verlaten landschappen
Rosa heeft een topdag
Rosa is heerlijk aan het rennen en ook de lange stukken aan de lijn gaan haar goed af. We zijn blij dat we haar zo’n uitgebreide maaltijd van 600 gram kipfilet hebben gegeven, want ze rent ons eruit. Na de lunchpauze geven we haar een banaan, waar ze heerlijk van smult.
Foto: Rosa heeft een topdag!
Koude wind
In de middag steekt er een koude wind op. De paden zijn smal maar het strompelen gaat steeds beter. Kilometers lang lopen we door de landerijen. We plukken wat kamille voor de thee van morgenochtend. Er is weinig beschutting in het open landschap waardoor we moeilijk kunnen rusten, dus we zijn blij als we een plek vinden met picknickbanken en muurtjes. Er zijn hier zelfs toiletten met toiletpapier! Ook kunnen we water pakken. Ik heb er mijn eerste gesprekje in het Frans, omdat we al in het Franstalige deel van België zitten.
Foto: het kale open landschap. Er staat een harde en koude wind. We zijn blij als we een rustplek vinden!
De prairie
Na 28 kilometer bereiken we onze bestemming Haccourt. We zijn blij en trots dat het wandelen zo goed ging! Het is half 6 en we kunnen net nog avondeten bij de Lidl kopen. We hebben echter nog geen idee waar we gaan slapen… Er zijn hier geen campings in de buurt, dus we hopen op een plekje in iemand zijn tuin. We besluiten in de richting van de sportvelden te lopen en daar lopen we om een grote, wat rommelige, omheinde tuin heen. Er staan fruitbomen en het ziet er perfect uit voor een overnachting. Als vanzelf worden we naar deze fijne plek toegetrokken en zonder moeite vinden we de ingang. Het terrein doet wat klooster-achtig aan. We bellen aan bij het winkeltje en een oudere man komt naar ons toe. In mijn beste Frans en met mijn mooiste glimlach vraag ik of hij ergens een tuin weet waar we onze tent kunnen opzetten. “Dat mag wel op de Prairie! Hoe laat gaan jullie morgen weg? Ik laat het tussenhek open, en het andere hek gaat dicht.”
Foto: onze plek op de ‘prairie’
We hoeven niet voor deze plek te betalen en Sjaak kan er zelfs overdekt koken! Dat is erg handig, want het is inmiddels zachtjes gaan regenen.
Foto: Sjaak kookt heerlijke tortellini onder de overkapping
Die avond heb ik pijn in mijn onderug en enkels, maar vooral in mijn heupen, doordat we zo stevig hebben doorgelopen op moeilijke paden en weinig pauze konden nemen. Ik ben echt heel moe en Sjaak heeft pijn in zijn voeten. Hopelijk herstelt dit vannacht goed. Maar wat zijn we dankbaar voor deze prachtige en veilige plek!
Pijn
De volgende ochtend lopen Sjaak en ik over het veld naar de toiletten. Opeens zit mijn rug muurvast. Er trekt een pijnscheut door mijn lijf en ik weet niet hoe ik moet staan. Snel laat ik me in een lelijke downward dog zakken, en zo sta ik enkele minuten totdat de pijn wegtrekt. Vannacht had ik moeite met slapen omdat mijn rechterheup pijn deed. Met de hondenriem heb ik de boel bij elkaar gebonden, waarna het slapen beter ging. Door de regen was het echter een onrustige nacht en vanmorgen ontdekte ik dat mijn schoenen volgelopen zijn met regenwater, omdat ik ze te dicht bij de rand van de buitentent heb gezet. Gelukkig heb ik een droog reservepaar schoenen in mijn rugzak. Ik verlang naar een dagje rust en een beschutte kamer. Een douche is ook al goed.
Blegny-Mines
De eigenaar van de prairie is allervriendelijkst. Ik laat niets merken van mijn pijn, maar hij geeft ons toch advies. “Waarom lopen jullie al die kronkelpaadjes? Als je langs het kanaal gaat, en dan de tweede brug neemt, kun je daarna de Maas oversteken en naar Blegny-Mines lopen. Dat is veel korter, de paden zijn beter en je hebt er mooi uitzicht. Als je in Blegny-Mines geen kamer kunt vinden kun je met het verkeersbureau van deze streek bellen voor een overnachtingsadres.” We bedanken de eigenaar, want hij heeft veel voor ons gedaan. We volgen de route zoals ons is geadviseerd en tijdens de rustpauze ga ik plat liggen om mijn rug te ontlasten.
Foto: onze rustpauze op een prachtig veld. Ik geef mijn rug de rust die het nodig heeft.
“Volgens mij heeft deze meneer mijn Franstalige vaardigheden trouwens overschat!” grap ik. “Als een medewerker van het verkeersbureau aan de telefoon in het Frans tegen mij gaat praten, zal ik er niet veel van begrijpen.” De rugzak geeft goede steun aan mijn rug en heupen en we komen goed aan in Blegny-Mines, wat een toeristische trekpleister blijkt te zijn. We kunnen hier zien hoe de mijnen vroeger bediend werden en er komen schoolklassen, groepjes ouderen en jonge gezinnen op af.
Foto: Blegny-Mines
Hoopvol lopen we naar het Centre d’Herbergement bij Blegny-Mines, wat een soort jeugdherberg lijkt. “Helaas, we zitten helemaal vol. Over 10 minuten komt er een school aan. Misschien kun je bij de informatiebalie van de Mines geholpen worden?” Bij de informatiebalie komen we echter niet veel verder: “Nee, je mag hier nergens een tentje neerzetten. Niet op het veld. Nee, ook niet bij de camperplekken. Oh, ik zie hier een hotel op 7 kilometer afstand, oh, is dat de verkeerde kant op? Hoe dan ook, dat kost 395 euro.” Ik grap dat dat anderhalf keer ons weekbudget is, maar de strenge dame heeft hier geen boodschap aan. “Dan had je alles van te voren maar moeten reserveren.” Wat zij niet weet is dat er in deze regio nauwelijks overnachtingsadressen op de route liggen. Bovendien kun je tijdens een lange wandeltocht de aankomstdagen niet altijd goed plannen.
Herpakken
We herpakken ons in de Brasserie. “Wil jij ook wat?” vraagt Sjaak. “Van mij krijgen ze geen cent!” zeg ik koppig. Sjaak neemt koffie, we vinden een stopcontact om de telefoon op te laden en gaan naar het toilet. “Ik kan nog wel tien kilometer lopen hoor!” zeg ik moedig. Op zoek naar een ander plekje om te slapen. We hebben hernieuwde energie gevonden na onze tussenstop in de Brasserie. Misschien heeft de baliedame wel gelijk en kun je in deze wereld nog maar moeilijk ongepland op reis.
Straks gaat de weg omhoog
Aan het einde van de middag maak ik een foto van een pittoresk straatje. Een man komt naar buiten en vraagt wat wij doen. “Ik maak een foto. Weet u hoe mooi u woont?” De man bekijkt de foto en kijkt tevreden naar wat hij ziet. “Gaan jullie deze weg in? In eerste instantie is het een mooie afdaling met goed asfalt, maar verderop moeten jullie klimmen en is het pad slecht!”. We bedanken hem voor de waarschuwing maar we moeten wel die kant op. De man heeft gelijk en even verderop strompelen we omhoog over een pad met scherpe keien.
Foto: pittoresk straatje, hier nog een afdaling maar verderop een pittige klim over de keien
Alsnog een fijne wandeling
Het lijkt alsof mijn lijf losser is geworden en de pijn in mijn rug en heupen zich heeft verzacht, want het wandelen gaat beter en ongemerkt leggen we toch nog 8,5 kilometer extra af. Vandaag hebben we uiteindelijk 20 kilometer gelopen. Halverwege pakken we de GR5 weer op en dat merken we meteen. Nauwelijks auto’s, veel mooier uitzicht maar ook hele stukken flink strompelen.
Foto: prachtige landschappen op het laatste stuk van onze wandeldag
Regenboog
Opnieuw worden we verrast met een prachtige regenboog. Het lukt me om er een mooie foto van te maken. Dit was niet de beste wandeldag, maar we hebben er toch iets moois van weten te maken!
Prachtige regenboog in de omgeving van Aveneux
Wennen aan de GR5
De volgende dag hebben we nog vóór 8 uur alles ingepakt. We raken langzaam gewend aan deze prachtige wandeltocht en lopen door prachtige landerijen omhoog. Vannacht heeft het opnieuw geregend dus het gras is nat. Nu is het droog en koud, maar af en toe komt de zon door.
Foto: wandelen door de prachtige landerijen. De natte schoenen en sokken nemen we voor lief.
Rond 10 uur breekt een waterig zonnetje door en kunnen we onze jas uittrekken. Onderweg komen we alleen maar natuur tegen, en af en toe een dorpje. De bakker waar we op hoopten blijkt alleen op woensdag, vrijdag en zaterdag geopend. Vandaag is het donderdag en we zijn inmiddels Luik voorbij! We lopen verder naar het volgende dorp waar een kleine intermarché is. Inmiddels is het gaan regenen. Op het raam is een sticker geplakt: ‘Verboden voor honden’, dus ik moffel Rosa weg onder de jas van Sjaak. “Wat kunnen wij samen goed boodschappen doen, hè?” constateer ik tevreden. We kopen voor anderhalve dag aan eten waarvan een deel meteen opgegeten gaat worden.
Het portiek
“Wil jij buiten alvast kijken voor een overdekt plekje?” Sjaak komt terug met twee opties: een grote openstaande garage of een portiek. We vinden het niet netjes om in iemand zijn garage te gaan zitten. Het portiek is vies en we rillen van de kou in onze natte kleding. Ik doe mijn schoenen en sokken uit in de hoop dat deze kunnen drogen. Vrachtwagens denderen voorbij. “Als je dan bedenkt dat sommige mensen zijn aangewezen op zo’n portiek, en dat de portieken steeds meer worden dichtgemaakt! Wij hebben dan nog warme kleding en brood, kaas, ham, kwark en bananen!” Een enkele voorbijganger loopt langs zonder opzij te kijken. “Het is wel desolaat hier hè? Dit portiek, en dit dorpje.” verzucht Sjaak. Het dorpje is echter aller-schattigst met hoogteverschillen, bijzondere stenen, trappetjes en bloembakken. Opeens verwarmt een zonnestraal ‘ons’ portiek en als verkleumde katten warmen we ons op. In de zon ziet de wereld er heel anders uit!
Geitenpaadjes
Als we verder lopen zijn mijn sokken nog steeds nat. “We moeten vandaag even een plekje zoeken waar we onze slaapzakken kunnen laten drogen!”. Sjaak wijst naar een klein paadje dat links omhoogslingert. “Daar moeten we in!” “Dat méén je niet! Dat gaat steil omhoog en ligt vol met grote keien!”. Eenmaal boven treffen we een prachtig uitzicht.
Foto: een dag met mooie hoogteverschillen
De rest van de middag worden we verrast met flinke klimmetjes en glibberige smalle afdalingen die al onze aandacht nodig hebben. Stevige regenbuien en momenten van zon wisselen elkaar af. We lopen in totaal 22 kilometer waarvan zeker de helft over moeilijke paden. Tevreden bedenk ik dat ik dit soort paden drie weken geleden nooit had aangekund.
Foto: wandelen over de vele geitenpaadjes die steil omhoog en omlaag gaan.
Banneux
Aan het einde van de middag ben ik de ‘geitenpaadjes’ zat en ben ik blij dat Banneux in zicht komt. Daar zijn drie hotels. “Sjaak, hoe zitten we met ons weekbudget? Zouden we een keer een hotelkamer kunnen nemen?”. We hebben de afgelopen dagen weinig geld kunnen uitgeven dus een hotelkamer om even op te drogen, op te warmen en uit te rusten past binnen het budget. We verkneukelen ons al bij de gedachte aan een warme douche. “Niet teveel erop verheugen hoor!” waarschuw ik. We herinneren ons de teleurstelling bij Blegny-Mines nog. Banneux blijkt vergelijkbaar toeristisch, er staan touringcars vol ouderen. Een oudere heer bidt bij een open kapelletje tot de heilige maagd Maria. Schijnbaar is dit een bedevaartsoord?
Hotel 1 t/m 3
Vol verwachting lopen wij hotel 1 binnen. Op de ramen hangen dreigende papiertjes waar je allemaal absoluut niet mag parkeren. Er zitten vier dames te eten in het stoffig ogende restaurant. “Hij komt er zo aan hoor!”. We drukken op het belletje en doen even onze rugzakken af. De hoteleigenaar is duidelijk: “Het hotel is gesloten. Het is ondoordacht om zonder te reserveren naar een hotel te gaan!”. Gelukkig zijn er nog twee andere hotels. Ook bij hotel 2 moeten we door het restaurant om bij de receptie te komen. “Ja hoor, we hebben een kamer voor jullie, voor 120 euro per nacht, inclusief ontbijt.” Ik kijk Sjaak aan, en daarna weer naar de dame bij de receptie. “Is ons hondje daar ook toegestaan?” “Nee, absoluut niet. Wij hebben de regel dat honden niet in het hotel mogen en daar maken we geen uitzondering op.”. De dame wijst ons hoe we naar hotel 3 kunnen lopen. Daar staat een touringcar voor de deur. Er staan meerdere ronde tafels met ouderen er omheen. Er worden dienbladen met gevulde eieren en rolletjes ham op de tafels gezet. “Nee, wij zitten helemaal vol!” zegt de aardige receptioniste.
Bedje van mos
Sjaak vult onze waterflessen, we eten een mueslireep en we vertrekken in de wetenschap dat ons natte tentje en de natte slaapzakken op ons wachten. Rosa hangt in mijn benen en wil niet dat we het hotel met de gevulde eitjes verlaten. Bij het frietkot bestellen we patatjes en een koffie en laden onze telefoon op. We bewaren zeven patatjes voor Rosa, iets dat zij normaal niet krijgt en alleen stiekem van de grond snoept als we langs een terras komen. “Wauw, lopen jullie helemaal naar de Middellandse Zee?”. De eigenaar van het frietkot is onder de indruk en wenst ons een fijne wandeling. Gelukkig vinden we een heerlijk bedje van mos op een beschutte plek, waar we de nacht kunnen doorbrengen. Helaas zijn al onze kampeerspullen nog steeds nat.
Waterkoud
De volgende dag stap ik met mijn blote voeten in het koude en natte mos en zak bijna tien centimeter weg. Ik was even vergeten hoe vochtig mos kan zijn. Er hangt een dikke mist, hier kunnen we absoluut geen kleding of slaapzakken drogen. Ik heb enorme behoefte om me heel even schoon te voelen, dus ik was me met mijn waterfles en een schoon vaatdoekje. Het kost me zeker tien minuten om mijn haren te ontwarren, want ik heb deze gisteren ook niet geborsteld. “Weet je dat ik best veel respect voor je heb, zoals je je hier stoer staat te wassen met dit koude water?”. Het complimentje doet me goed, maar ik ben de kou, het vocht en de viezigheid even goed zat. “We komen vandaag langs het plaatsje Spa, en daar zijn meerdere hotels!”. Sjaak kijkt op Booking.com en vindt een betaalbaar hotel waar honden welkom zijn. We besluiten om niet te reserveren maar te kijken hoe onze dag loopt. “Het lijkt mij wel verstandig als we even tijd nemen om te rusten en onszelf en onze spullen te verzorgen, en Rosa is ook erg moe!” vindt Sjaak.
Hand in hand
Opnieuw merk ik dat we fitter en sterker worden. Na een flinke klim hebben we een glibberig pad naar beneden. Redelijk soepel spring ik van steen naar steen, maar opeens lig ik op mijn kont. “Die steen was gladder dan ik dacht! Ik heb hulp nodig, want met die zware rugzak kom ik niet overeind.” Sjaak helpt mij een handje en we lopen stukjes hand in hand om te voorkomen dat één van ons onderuit gaat.
Foto: een smalle en glibberige afdaling
Het schiet niet op
Na twee uur lopen eten we ons broodje met een capuchon op tegen de kou. Er hangt nog steeds een flinke mist. “Hoeveel afstand hebben we vanmorgen afgelegd?”. Dit blijkt een teleurstellende 8 kilometer te zijn, maar ik kan beter in tijd meten dan in kilometers.
Foto: er hangt nog steeds een koude mist
Asfaltwegen
De volgende afdaling mag ik kort genieten van een asfaltweg, totdat de rood-witte streepjes ons weer naar een geitenpaadje leiden. “Weet je, ik ben de geitenpaadjes voor vandaag helemaal zat! Geen geitenpaadjes meer voor mevrouw Gorter vandaag. Misschien morgen weer”. Sjaak zet zijn GPS op de hemelsbrede afstand naar Spa en vijf kilometer asfaltpaden verder bereiken we het mooie centrum. In totaal hebben we 15 kilometer gelopen.
Hotel
In het restaurant onder het hotel zitten meerdere hondjes, maar Rosa is te moe om er aandacht aan te schenken. “Er is plek, maar jullie moeten de kamer via Booking.com boeken en betalen!”. Gehoorzaam pakken we onze telefoon, maar de boeking blijkt toch contant te mogen. We worden naar een prachtige hotelkamer met ligbad gebracht en ik laat meteen het bad vollopen. Rosa ploft op de grond en komt niet meer overeind. Sjaak zet thee, we genieten en komen tot rust. Als we uit bad komen is het badwater bruin.
Naar Stavelot
De volgende dag lopen we naar Stavelot. We hebben schone en droge kleding in onze rugzak, die we in de badkuip van het hotel gewassen hebben en over de kachel te drogen hebben gehangen. Rosa is fris geborsteld, heeft goed geslapen en heeft kipfilet gegeten. Tijdens een 10% klim van een uur praten we euforisch na over het hotel. De kamer was fantastisch, het eten was fantastisch en we hebben heerlijk geslapen. We voelen ons schoon en energiek!
Foto: na een heerlijk ontbijt nemen we afscheid van ons hotel in Spa
Blubberpaadjes
Het eerste stuk van de GR5 steken we af in een eindeloze klim van anderhalf uur, en als we de route weer oppakken treffen we blubberpaadjes. Naast de blubberpaadjes zijn andere paadjes ontstaan die onze voorgangers GR5-lopers hebben gecreëerd. Sommige van die paadjes zijn óók blubberig. Maar vandaag maakt het me niet uit. Ik ben twee keer in bad geweest en voel me door en door schoon. Rosa kan de hele dag loslopen en snuffelt en loopt achter spinnetjes aan. Na de blubberpaadjes ontstaat een soort bergstroompje waar we doorheen mogen lopen.
Foto: het bergstroompje leidt naar een prachtig uitzicht!
Koeien
We nemen pauze op een bergweide in de zon en Sjaak zet de tent op om deze te laten drogen van ons mosbedje. Opeens komen er vier koeien aanlopen en wij weten natuurlijk niet of zij ons zullen gedogen op hun veld. We doen snel onze schoenen aan, maar de koeien blijken alleen nieuwsgierig te zijn en lopen na een korte inspectie van onze tent weer weg. Wij halen opgelucht adem en ik eet verder van mijn restje kaas van het overvloedige ontbijt.
Foto: rustpauze op een bergweide
Stavelot
We vervolgen onze weg en komen een dame met een knalroze vest en een bezweet voorhoofd tegen die de route in tegengestelde richting loopt. Rosa blaft naar haar wandelstokken. “Ik zit er hélemaal doorheen! Ik loop de GR5 met een groep maar ik moet alleen maar klimmen. Wanneer stopt dat eindelijk?”. We vertellen dat het ergste klimwerk er voor haar nu opzit, maar dat er nog wel flink wat blubberpaden aankomen. De roze dame zucht… “Vanmorgen wist ik ook al niet hoe ik er doorheen kwam. Ik moest mijn wandelstokken neerzetten om te kijken waar mijn voeten konden staan!”. Dit betekent dat wij ook nog flink wat blubber gaan tegenkomen. “Ik stond op de camping in Stavelot, en daar was helemaal niks. Ik heb het niet naar mijn zin gehad. De groep loopt nog even door, maar ik denk erover om te stoppen als ik in Spa ben!”. We wensen de vrouw succes en Sjaak en ik kijken elkaar aan. Waar is die groep dan? Wij hebben de hele dag niemand gezien. We weten nu wel onze bestemming: de camping in Stavelot!
Foto: de GR5 richting Stavelot
Blubber
De rest van de route is een echte GR5 route, zoals wij dit nu noemen. De eerste kilometers probeer ik mijn schoenen en sokken droog te houden, maar ik stap in mos en zak tot mijn kuiten in het water. Daarna kan het me niet meer schelen. Ik verlies bijna een schoen die zich vastzuigt in de natte ondergrond. Aan het einde van het eindeloze pad zoek ik een schoon bergbeekje waar ik met schoenen en sokken doorheen kan lopen. Nu zijn mijn broek, sokken en schoenen wel extra nat geworden, maar zijn ze in ieder geval schoon.
Foto: tot aan mijn enkels in de blubber
Kat in rugzak
Op de camping in Stavelot worden we snel geholpen. Achter ons staat een onberispelijk gekleed stel. De man is groot en breed en heeft een baard. De vrouw is klein en tenger met mooie donkere haren. Ze hebben allebei een onberispelijk schone rugzak in een donkergroene kleur, met een lichter groen fleecedekentje op de bovenklep. We vinden een prachtig plekje achteraan bij een fris ruisend bergbeekje. Het onberispelijk geklede stel zet hun tent aan de andere kant van het pad, aan de schaduwkant van het ruime schone grasveld. Verbaasd zien wij dat er een kat uit hun rugzak komt. De kat zit aan een lijntje en het stel knuffelt en speelt met haar. Het is ijskoud, dus ik ga de tent in om wat beschutting te zoeken. De mist drijft boven het tentenveld en ik geniet van de schoonheid van deze omgeving.
Zijn dit misschien de Ardennen?
Heel langzaam gaat er bij mij een lampje branden. We hebben langs bergbeekjes en over bruggetjes gelopen, we zien heel veel mountainbikesporen, er rijden motorclubs die samen op weekend zijn, er is een vriendengroep die een groot kampvuur maakt en er is heerlijk frisse lucht bij ‘ons’ bergbeekje. Dit alles klinkt als het perfecte decor voor de Belgische Ardennen. Maar we lópen ook door België. Ik vraag het aan de eigenaar van de kat. “Jazeker zijn dit de Belgische Ardennen! We bevinden ons nu zo’n beetje in het hart ervan!”. De man en zijn vriendin lopen een weekend de GR5 en hebben veel wandelervaring. “Maar nu ga ik met het openbaar vervoer terug naar Spa om de auto te halen, want mijn vriendin heeft teveel pijn in haar knie om terug te lopen naar Spa.”
Foto: een beekje met bruggetje in de Ardennen
Rosa is ondeugend
Terwijl ik mijn rugzak inpak en Sjaak de tent afbreekt, zie ik opeens de kat van het stel de boom invliegen. Verschrikt kijk ik waar Rosa is, maar ik zie haar pas na een tijdje, aan de overkant van het veld. Het stel is even naar het toiletgebouw. Arme kat, die moet zich rot geschrokken zijn! Rosa heeft de hele tijd netjes bij ons gelegen en is op een onbewaakt moment aan onze aandacht ontglipt. Boos roep ik haar terug. Met een groot schuldgevoel wijs ik de vrouw de plek aan waar ik de kat de boom in zag vliegen. De man is gelukkig niet onder indruk. “Ik ben blij dat ze nu eindelijk de boom in durft te gaan. Die komt wel terug hoor, desnoods zaag ik de boom om!” Een paar minuten later is de kat weer tevreden bij het vrouwtje in de armen. Ik vraag nog even naar de onberispelijke fleecedekentjes op de rugzakken. “Dat is voor de kat. Als we wandelen zit ze graag op onze rugzak. Ze springt dan graag heen en weer tussen ons. Ja, ze zit wel aan een lijntje hoor!”. Met deze bijzondere ontmoeting vertrekken we van de camping, doen boodschappen en lopen verder naar Vielsalm.
Even geen blubber meer
De eerste kilometers van vandaag is het meteen raak. Een flinke klim, maar ook een heel lastig blubberpad, waardoor ik steeds naar beneden glibber. “Sjaak, ik zie het echt niet zitten om vandaag weer van die lastige paden te lopen hoor! Kunnen we vandaag niet via het asfalt naar Vielsalm lopen?” Dat is mogelijk, maar de klim wordt er niet minder steil van. Ik moet met mijn armen op mijn bovenbenen leunen om te voorkomen dat ik achterover de berg afkieper. Nou ja, dat is een beetje overdreven, maar mijn evenwichtsorgaan moet hard werken. Omdat we nu via de rustige wegen gaan hebben we een heel ander soort tocht dan gisteren, maar opnieuw is het een prachtige wandeling.
Foto: op weg naar Vielsalm
We zijn gesloten
Als we op de camping in Vielsalm aankomen zie ik mensen jeu de boules spelen. Er is een mooie kantine en wij verheugen ons op een goede nachtrust. “We kunnen zelfs wel eens nadenken over een rustdag, de supermarkt is hier immers dichtbij!” oppert Sjaak. Er komt een dame naar buiten gelopen. “De camping is gesloten hoor!”. Wat moeten we hier nu weer mee? Het is midden september en er lopen en spelen nog allemaal mensen. Ik besluit mijn overredingskracht in de strijd te gooien. Het lijkt erop dat het woord ‘humanité’ het codewoord is, want we mogen blijven. “Eén nachtje toch maar? En de hond mag absoluut niet in het toiletgebouw!”. We douchen omstebeurt. Het is misschien wel de fijnste douche die ik ooit gehad heb. Het gebouw is schoon, warm en rustig en de straal van de douche is krachtig en lekker heet. Ik smeer mijn pijnlijke kuiten in met smeerwortelzalf, doe wat rekoefeningen en hoop er het beste van.
Foto: het tentenveldje van de camping in Vielsalm
Richting Luxemburg
De komende dagen lopen we in de richting van de Luxemburgse grens. “Blijft het zo klimmen, denk je?”. Sjaak denkt van wel. Hij is benieuwd hoe de GR5 paden in Luxemburg zullen zijn. Mogelijk zijn er in Luxemburg wat meer campings. We gaan het zien. Tot volgende week!
(geschreven door Keeke)
PS Reacties zijn hartstikke leuk en komen bij ons terecht! (We zullen deze niet online plaatsen).